Je kent het wel: je denkt een kleine ergernis bespreekbaar te maken en voor je het beseft ben je beland in een oeverloze discussie over voorvallen van gisteren, vorige maand en twee jaar geleden en is de toon van het gesprek vol venijn, aanval en verdediging. “Kan je jouw sokken in de wasmand gooien “ is opeens een discussie over altijd te laat thuis komen en geen appreciatie krijgen.
Hoe komt het toch dat een ogenschijnlijk simpele vraag, uitmondt in een heen en weer verwijten? Of een ellenlang conflict over allerhande pietluttige details. Vaak gaat het helemaal niet over die ene sok, de wc-bril of het haar in de wasbak maar gaat het over meer fundamentele onderliggende zaken.
Gevoelens die geraakt worden, waarden en normen die in het gedrang komen,… Discussies zijn er omdat we gekwetst worden en/of ons niet gezien voelen. Soms spreken we onze gekwetstheden niet uit, uit schrik voor de reactie van de ander of om zaken niet nog erger te maken, soms brengen we ze vol emotie naar buiten. Beide strategieën hebben vaak niet het gewenste effect.
Hoe kunnen we communiceren op een manier die het conflict niet verder laat escaleren?
Heel wat factoren spelen hierin een rol. Ik belicht er een aantal maar onthoud ook vooral: oefening baart kunst en conflict is menselijk.
Op elkaar afgestemde communicatie vraagt iets van de luisteraar én de boodschapper. Namelijk een zo open en onbevooroordeeld mogelijk luisteren. Luisteren naar wat er gezegd wordt in plaats van luisteren met de intentie om iets terug te kunnen zeggen. Bovendien is het ook belangrijk om bereid te zijn om afstand te nemen van je eigen perspectief en te horen hoe de ander het beleeft
Deze cartoon van Randy Cassingham toont niet enkel het misverstand aan, maar ook hoe overtuigt je vanuit je eigen perspectief kan zijn over de feiten. Jouw waarheid is niet de waarheid van die ander, toch lijkt het zeer duidelijk wel alsof je de juiste feiten ziet. Verbindende communicatie vraagt de bereidheid om te kijken naar de feiten vanuit het perspectief van de ander. Om te horen hoe die de zaken ziet, voelt en beleeft en de strijd los te laten over wie er nu gelijk heeft. Jullie beiden standpunten zijn gelijkwaardig.
Wat mezelf ook vaak helpt, is het besef dat onder elk verwijt een wens zit. Een hoop of een verlangen dat niet wordt uitgesproken. Als mijn man klaagt of ik alweer naar een vergadering moet, dan is zijn onderliggende boodschap vaak: ik zou eigenlijk graag wat tijd met ons twee doorbrengen. Een man die zijn vrouw verwijt dat ze altijd zo roept, wil misschien graag zaken op een minder emotionele manier bespreken. Voor jezelf achterhalen, wat je graag in de plaats wil van het gedrag waarin je jou opwindt en dit bespreken, wordt vaak als meer constructief beleefd dan enkel te praten in verwijten en tekorten. Je kan zelf ook de vraag aan de ander stellen wat hij of zij, onderliggend aan het verwijt eigenlijk van je verwacht, in plaats van in de tegenaanval te gaan. Dit klinkt eenvoudiger dan het in werkelijkheid is, maar niets weerhoud je om indien je toch in de valkuil van verwijten bent getrapt, het onderwerp op een later moment terug ter sprake te brengen… “Weet je nog toen je gisteren zei… wat wou je me dan eigenlijk vertellen?” Of, “ik bedoelde eigenlijk vooral dat ik het fijn zou vinden als…”
Het vertrekpunt bij het verwijt is de kwetsuur van waaruit je spreekt. Dit is een beladen punt waardoor emoties sneller uit de hand lopen. Het kan dan ook raadzaam zijn om het verwijt even te parkeren, tot rust te komen en te achterhalen wat je wenst om dit op een later moment te vertellen of te vragen.
Laat elkaar ook echt uitspreken. Heb je al eens geprobeerd om niet te reageren en iemand niet te onderbreken terwijl hij zijn verhaal vertelt? Vaak zuchten we, rollen we met onze ogen of… reageren we met woorden. Allemaal acties die als een rode lap op een stier kunnen werken: de ander frustreert zich, raakt opgewonden, voelt zich genegeerd of niet aux serieux genomen,…
Marshall Rosenberg werkte de theorie van de geweldloze communicatie uit. Hij omschrijft hierin een aantal processen: jezelf empathisch uiten, empathisch naar de ander luisteren, en zelf-empathie (“met jezelf in contact blijven”), een model met vier stappen en een aantal achterliggende concepten.
Een uitgangspunt hierbij is dat emoties steeds waar zijn, je voelt wat je voelt. Veel loopt fout bij de interpretatie van gedrag en waaraan we onze emotie toeschrijven. De ander frustreert je niet, jij bent degene die je gefrustreerd voelt door (je interpretatie van) het gedrag van de ander. Over je gevoel van frustratie valt niet te discussiëren. Dat is er, dat wordt je gewaar en jijzelf bent de enige die de intensiteit hiervan kan voelen. Je mag gerust kwaad, ongerust, teleurgesteld, verdrietig, jaloers zijn. Maar schuif de schuld niet in de schoenen van de ander. Je ervaart deze emoties door jouw interpretatie van de zaken. Je gevoelens zijn dus een stuk je eigen verantwoordelijkheid.
Het vier stappen model geeft een leidraad hoe we op een niet aanvallende manier, aan de ander onze emoties, gedachten en noden kunnen overbrengen. Ik overloop ze even met jullie:
De waarneming:
De eerste stap is om zo neutraal mogelijk de feiten te beschrijven. Wat is de situatie die jouw gevoel oproept. De grootste uitdaging hierbij is om er geen interpretatie aan te koppelen en je eigen perceptie toe te voegen. Zo geef je ook ruimte aan de ander om een verklaring te bieden zonder dat die het gevoel heeft zich te moeten verdedigen. Misschien heeft die persoon een afspraak anders geïnterpreteerd.
Merk je het verschil op tussen: “Je kwam gisteren na 20u thuis” of “Je deed je best niet om op tijd thuis te zijn”. Probeer om een oordeel of een verklaring over de feiten achterwege te laten en je bij de observeerbare feiten te houden.
De gevoelens:
Hierbij is het van belang om de verantwoordelijkheid van je gevoel bij jezelf te houden. “Ik voel me omdat jij…” is namelijk de andere verantwoordelijk maken voor je emoties. Je ervaart emoties door de interpretatie die je geeft aan gebeurtenissen. Het is belangrijk om dit mee te nemen in je communicatie. Door je gevoelens te benoemen, maak je aan de ander duidelijk wat de feiten voor jou betekenen en geef je de ander ook de kans om met je mee te voelen of zich in jou te verplaatsen.
Bijvoorbeeld: “Je bent altijd te laat thuis, ik ben teleurgesteld want het is duidelijk dat je jouw vrienden belangrijker vindt dan mij. Of: “omdat jij je niet aan de afspraken houdt, voel ik me boos. “ Dit voorbeeld staat bol van de interpretaties en eigen perceptie en er wordt geen eigen verantwoordelijkheid genomen.
Het is meer constructief om te zeggen: “ Je kwam gisteren voor de derde keer na 20u thuis. Ik voel me teleurgesteld en kwaad omdat ik dacht dat we samen gingen eten.”
De behoeften:
Door je behoeften te communiceren, wordt het voor de ander duidelijk waarom je iets belangrijk vindt of waarom iets je raakt. Onze gevoelens zijn namelijk verbonden aan behoeftes die wel of niet worden vervuld. Onze noden verschillen van persoon tot persoon maar ook van moment tot moment. Voor de ene persoon is te laat komen niet ok, omdat die van oordeel is: “afspraak is afspraak”. Voor een ander is op een avond te laat komen lastig omdat deze nood heeft aan voorspelbaarheid of aan gezelligheid door tijd samen door te brengen. Door je behoeften te delen met je partner kan er ook een oplossing komen voor het conflict en kan er bekeken worden hoe je aan elkaars noden tegemoet kan komen.
Bijvoorbeeld: “Ik heb duidelijkheid nodig over hoe de avond er uit zal zien, dat geeft me rust.” OF “ik vind het belangrijk om samen tijd door te brengen”
Het verzoek:
Een valkuil bij het aankaarten van problemen, is om zaken te eisen. Dit roept heel vaak verzet op bij de ander. Door een verzoek te formuleren, ga je zelf nadenken over hoe je nood vervuld kan worden. Je doet een voorstel over hoe de ander rekening kan houden met je behoeften. Dit is een positief geformuleerde zin die met ja of nee beantwoord kan worden. Je dient er dus ook rekening mee te houden dat de andere je verzoek kan afslaan, wat een uitnodiging kan zijn om verder te zoeken naar een compromis of een tegenvoorstel dat beter aansluit bij de behoeften van die ander. Vaak merken we dat als mensen begrijpen waarom iets van belang is voor de ander, ze een geliefde graag tegemoet komen. Maak je verzoek zo concreet mogelijk, zo is het duidelijk voor de ander wat er op dat moment voor jou van belang is.
Bijvoorbeeld:
“ik wil graag dat je vanaf nu altijd op tijd komt” is geen verzoek maar een eis. Een verzoek zou als volgt kunnen klinken: “Zou je in het vervolg op tijd kunnen komen?” Of “Zou je me in het vervolg kunnen verwittigen als je later komt?” of “zou je een nieuw voorstel kunnen doen als onze afspraak niet kan doorgaan? “
Een gouden regel bij deze manier van communiceren is dat je open en echt bent. Als je deze stappen doorloopt is het van belang dat je de intentie hebt om op een positieve manier het gesprek te voeren. Je stapt uit de cirkel van actie en reactie en geef te kennen wat een situatie met je doet en wat je in het vervolg nodig hebt. Er kan onderhandeld worden over oplossingen maar behoeften zijn wat ze zijn en daar heeft ieder van ons recht op. Door met openheid naar elkaars gevoelens en noden te luisteren, ontstaat er vaak terug een gevoel van herkenning en verbondenheid.
Maroeska De Sutter
Psychologe, Psychotherapeute Altēro