terug naar overzicht

11 apr 2023

Verlatingsangst: laat me niet alleen!

delen
Verlatingsangst: laat me niet alleen!

Verlatingsangst is het vervelende broertje van bindingsangst. Het zijn twee tegenstrijdige begrippen, maar toch hebben ze heel wat met elkaar gemeen. Het zijn allebei uitingsvormen van je ‘hechtingsstijl’ die bepaalt hoe jij je gedraagt in relaties. Hieronder bespreken we enkele praktijkvoorbeelden om duidelijk te maken wat verlatingsangst is en hoe je het kan herkennen.

Wat is verlatingsangst?

Mensen met verlatingsangst hebben in tegenstelling tot mensen met bindingsangst een sterke wens om zich te verbinden met een partner. Die sterke wens tot verbinding gaat tegelijk gepaard met een enorme angst om verlaten te worden, niet meer graag gezien te worden. Waar ‘vermijders’ het nodig hebben om afstand te nemen in de relatie, maakt afstand van de partner hen juist zeer bang. Men is dan vaak geneigd om zich vast te klampen aan de ander, zeer veel te investeren in de partner en in de relatie uit angst om alleen te zijn. Dit maakt hen immers angstig en onrustig.

Basis in de kindertijd

Net zoals bij bindingsangst, is het mogelijk dat verlatingsangst geworteld zit in je ervaringen van je kindertijd. Ouders die emotioneel niet beschikbaar zijn of zelf heel angstig in het leven staan, kunnen ervoor zorgen dat hun kinderen opgroeien met het gevoel dat ze niet bij hen terecht kunnen. Door de onzekere, of net autoritaire houding van de ouders, worden ze vaak overbeschermd en krijgen ze te weinig ruimte om zich te ontplooien tot weerbare jongvolwassenen.

Ook verliessituaties kunnen oorzaak zijn van verlatingsangst. Een scheiding, ernstige ziekte of overlijden van een ouder kunnen een rol spelen in de latere hechtingsrelatie met de partner.

Lieve, 49 jaar

“Ik heb het gevoel dat ik tekort ben gedaan als kind. Ik ben een nakomertje. Mijn moeder zei altijd “Lieve, dat is ons vondelingske”. Ik heb dat altijd een rare uitspraak gevonden. Ik voelde me daardoor ongewenst. Papa zei me wel altijd dat ik gewild was. Met moeder heb ik nooit een goede band gehad. Ik ben altijd overbeschermd geweest. Ik heb ook niet mogen studeren want ze zeiden dat ik dat ik dat toch nooit zou kunnen, terwijl mijn zussen en broers wel verder gestudeerd hebben. Mijn zelfvertrouwen en zelfbeeld was eigenlijk van kindsaf al zeer laag”.

Thijs, 36 jaar

“Mijn ouders zijn gescheiden toen ik 7 jaar was. Het was een vechtscheiding. Toen ik jonger was, heb ik één relatie gehad op mijn 17de. Mijn vader is enkele jaren nadien overleden op zijn 56ste. Toen ben ik heel veel gaan reizen. Al mijn geld, verlof en overuren werden opgespaard om te reizen. Hier en daar had ik een vakantielief maar een échte relatie ben ik niet meer aangegaan. Ik heb me toen eigenlijk bewust afgesloten van een relatie omdat ik te bang was weer iemand kwijt te spelen. Achteraf gezien lijkt het reizen wel een vlucht te zijn geweest”.

Een laag zelfbeeld komt vaak voor bij mensen met verlatingsangst. In hun latere relaties zoeken zij constant bevestiging en voelen zich vaak afgewezen als hun partner niet meteen de nabijheid zoekt die zij graag zouden willen. Hoe dit concreet tot uiting kan komen in relaties lees je in de voorbeelden hieronder.

iStock-929598594__1_.jpg

Verlatingsangst in de praktijk

Vanuit hun onzekerheid en laag zelfbeeld zijn mensen met verlatingsangst vaak geneigd zich snel in een relatie te storten, (te) veel te investeren in een relatie en te weinig hun eigen grenzen te bewaken. Ze hebben veel bevestiging nodig van hun partner. Ze hebben ook niet geleerd om voor hun eigen behoeften op te komen. Ze hebben vaak het gevoel dat ze veel meer in de relatie investeren dan de partner, dat de balans geven-nemen niet in evenwicht is.

Lieve, 49 jaar

“Ik durf niet voor mezelf op te komen omdat ik ben bang mijn partner kwijt te geraken. Als iemand op mij verliefd wordt, denk ik altijd: ‘Ik heb nu eindelijk iemand, ik mag niet moeilijk doen’. Ik heb me altijd al weggecijferd, in mijn huwelijk ook. Enerzijds vind ik dat mijn partner ook moeite moet doen, anderzijds ben ik zo bang om hem te verliezen. Ik doe dan ook alles voor die man om hem maar niet te verliezen. Ik laat alles toe in een relatie en stel eigenlijk geen grenzen”.

Ken, 34 jaar

“Ik geef snel heel veel in relaties. Zo heb ik bijvoorbeeld voor mijn laatste partner een auto gekocht, ook al waren we nog niet zo lang samen. Als zij gelukkig is, dan ben ik ook gelukkig. Zij was echter nogal veeleisend naar mij toe en ik kan niet nee-zeggen. In een ruzie ben ik geneigd alle schuld op mij te pakken. Voor mezelf opkomen vind ik heel moeilijk uit angst dat ik zou afgewezen worden door haar. Ik had ook het gevoel dat ik nooit kon opboksen tegen haar vriendinnen of haar vader. Wat zij zegden, daar werd altijd meer belang aan gehecht dan aan wat ik te zeggen had.

Nu het enkele maanden gedaan is met mijn vriendin zie ik dat de relatie niet echt in evenwicht was: zij deed niet voor mij wat ik voor haar deed. Niet dat alles afgewogen moet worden, maar ergens moet er misschien toch een evenwicht zijn in de balans geven-nemen? Ik heb daar zeker ook een aandeel in, want ik heb de neiging me weg te cijferen. Voor mij is altijd alles goed. Ik heb dat ook op het werk en bij vrienden. Ik ben heel gevoelig voor wat anderen over me denken. Ik heb ook niet graag ruzie”.

Mensen die zich angstig vastklampen, geven vaak aan het niet alleen aan te kunnen. Alleen zijn of alleen wonen beangstigt hen en ze zoeken dus bij de ander bescherming en een stuk invulling van hun leven dat ze soms voor zichzelf moeilijk kunnen bieden.

Ken, 34 jaar

Ik woon nu terug bij mijn ouders. Alleen wonen vind ik heel beangstigend. Mijn maag knijpt toe van de gedachte alleen al. Ik ben bang om alleen te zijn. Ik heb zo de idee dat ik dat niet kan en me eenzaam ga voelen. Ik ben echt bang om alleen te zijn en niemand meer te vinden. Alleen op een appartement wonen, dat zou voor mij sterven zijn… Bij mijn vorige vriendin ben ik ook heel snel gaan inwonen, zo kon ik veel met haar samen zijn.

De angst om verlaten te worden kan ook een heel andere uitingsvorm kennen. Het heel erg gericht zijn op de ander kan als zeer claimend en aanklampend ervaren worden door de partner en kan ook bezitterig en controlerend worden.

Thijs, 36 jaar

“Ondertussen heb ik bijna heel de wereld gezien en vond ik het toch wel tijd om me stilaan te settelen en een relatie op te bouwen. Maar ik kan het precies niet. Het is nu al de zoveelste mislukking. Ik verlang erg naar een relatie maar het maakt me ook zo bang. Als we een tijdje samen zijn overvalt me de angst om haar te verliezen en word ik heel claimend. Ik ga daar echt ver in. Ik ga haar mails en GSM controleren, ik bericht haar tientallen keren per dag. Als ze me niet onmiddellijk antwoordt, dan ga ik soms echt door het lint. Ik besef dat ik het daarmee zelf kapot maak en toch is het sterker dan mezelf”.

Soms hoor je wel eens dat de angst om opnieuw ‘gedumpt’ te worden zo groot is dat men liever geen relatie meer aangaat. Men ‘verdraagt’ liever het alleen zijn dan dat men het risico wil lopen opnieuw gekwetst te worden. Men bouwt een muurtje om zich heen en men stelt zich eigenlijk ook niet meer open om verliefd te worden of een mogelijke nieuwe partner toe te laten.

Lieve, 49 jaar

“Na 2 mislukte relaties ben ik heel bang geworden om iemand te leren kennen. Ik zit daar constant over te piekeren: Wat gaat het worden? Ga ik weer bedrogen worden? Ga ik goed genoeg zijn? Er zijn soms mannen die interesse tonen, maar ik voel er niets voor. Misschien laat ik het niet meer toe?

Ik wil eerst meer voor mezelf leren opkomen vooraleer ik een nieuwe relatie aanga, maar eigenlijk zou ik zeker willen zijn dat ik daardoor niemand meer verlies. Raar éh, want ik besef ook wel dat je die zekerheid nooit hebt”?

Marleen, 40 jaar

“Ik doe altijd mijn best opdat de ander me graag heeft. Ik ben bang voor afwijzing en ook om niet goed genoeg te zijn. Ik heb liever niemand meer, dan kan ik ook niet meer verliezen. Ik ben echt bang geworden voor een relatie. Ik kan het niet meer aan om nog eens gedumpt te worden zonder uitleg. Ik hou mannen dan ook ver op afstand. De schrik dat het verkeerd gaat aflopen is te sterk”.

Misschien herken je je in één van bovenstaande voorbeelden? De eerste stap naar bewustwording is hiermee gezet en je kan er dan ook anders mee leren omgaan.

Het altēro team